De stoel heeft functies
De stoel is een veelzijdig gebruikersvoorwerp. Bedoeld om op te zitten, maar de functies zijn verschillend. We gebruiken stoelen als eetkamerstoel en de bureaustoel als werkstoel. Kinderen hebben hun eigen kinderstoeltje en voor buiten kennen we de tuinstoel.

Status en religie
Een stoel kan ook een religieuze functie hebben of een decoratieve. In de geschiedenis had de stoel vooral een symboolfunctie. Koningen zaten op een stoel of troon. Nog steeds heeft een stoel nog een bepaalde status bij sommige beroepsgroepen. Voorzitters bijvoorbeeld hebben een speciale stoel. Pas in de 16e eeuw werd de stoel geïntroduceerd voor de bevolking en werd de stoel ook een industrieel product.

Stijlobject
De stoel is naast het functionele een stijlobject geworden. De stoel kenmerkt zich door zijn vormgeving en materiaal aan een moderne of traditionele stijl, het minimalisme of de Scandinavische stijl of juist romantiek en barokstijl. Hout, metaal, kunststof, leer, stof en fluweel. Het zijn de gebruikte materialen die mede de stijl bepalen van het gebruiksvoorwerp.

Design
Designstoelen zijn onder andere van Gispen, Philippe Starck en Artifort. Wie kent de kinderstoel Tripp-Trapp van de Noorse fabrikant Stokke nog die nog steeds verkocht wordt? De originele stoel is in 1972 geproduceerd. Van dezelfde fabrikant komen ergonomisch gevormde stoelen voor thuis of op het werk. Ook Ikea hoort in het rijtje van toonaangevende fabrikanten. Het biedt goedkope stoelen die uitblinken in design en originaliteit.

Hout is duurzaam
Het materiaal bepaalt dikwijls ook de duurzaamheid, maar ook de prijs. Hout is altijd een veelgebruikt materiaal voor stoelen omdat het een gemakkelijk te bewerken materiaal betreft. De houtsoort geeft dikwijls de kwaliteit aan zoals grenenhout of eikenhout. Voor buitenstoelen is teakhout uitermate geschikt. Zitcomfort wordt vooral bij de zitting bereikt. Vele houten stoelen hebben een stoffen of leren bekleding.Is door de stoel een zitcultuur ontstaan? Gegeven is dat mensen te veel zitten en dikwijls te weinig bewegen. Er is een beweegrichtlijn die adviseert om wekelijks minimaal één uur matig intensief te bewegen. Dit bereik je door te wandelen, fietsen of fitness.